In groep vier leren kinderen niet alleen vloeiender lezen, maar ook bewuster denken tijdens het lezen. Dat doen ze met leesstrategieën. Voor veel volwassenen klinkt dat als een technisch woord, maar voor kinderen is het eigenlijk heel eenvoudig. Leesstrategieën zijn manieren om jezelf te helpen begrijpen wat je leest. Het zijn kleine denkstappen die kinderen kunnen toepassen zonder dat het ingewikkeld wordt.
Wanneer deze strategieën in duidelijke taal worden uitgelegd, voelen kinderen zich zekerder, weten zij beter wat zij moeten doen wanneer een tekst lastig is en gaan zij actiever nadenken tijdens het lezen.
Leesstrategieën zijn hulpmiddelen die kinderen helpen om betekenis te geven aan een tekst. Je zou ze kunnen vergelijken met gereedschap. Net zoals een timmerman verschillende gereedschappen gebruikt voor verschillende klussen, zo gebruiken lezers verschillende denkstappen om een tekst te begrijpen.
De belangrijkste strategieën voor kinderen van acht jaar zijn:
voorspellen
vragen stellen
samenvatten
afleiden
Hieronder leg ik elke strategie uit in begrijpelijke kindertaal, met voorbeelden uit de klas.
Voorspellen betekent dat je probeert te bedenken wat er in het verhaal zal gebeuren of wat je in de tekst zult tegenkomen. Het is alsof je alvast een beetje vooruitkijkt. Je koppelt dit aan je voorkennis.
Voorbeeld voor kinderen
Wanneer je de titel leest De verdwaalde hond vraag je:
“Waar zou deze hond zijn?”
“Wie zou hem zoeken?”
“Zal hij weer veilig thuiskomen?”
Voorspellen maakt kinderen nieuwsgierig. Nieuwsgierigheid zorgt ervoor dat ze actiever gaan lezen, omdat zij willen ontdekken of hun voorspelling klopt.
Voorbeeld uit de klas
De leerkracht toont een plaatje van een jongen die met een rugzak aan de bosrand staat.
De leerkracht vraagt: “Wat denk je dat deze jongen gaat doen?”
Kinderen noemen: wandelen, verdwalen, een schat zoeken.
Daarna lezen ze de tekst en zoeken ze samen uit welke voorspelling klopt.
Vragen stellen helpt kinderen om niet alleen naar woorden te kijken, maar ook naar betekenis. Een goede lezer vraagt zich voortdurend iets af. Dat kan vooraf, tijdens of na het lezen.
Voorbeeld voor kinderen
“Waarom doet het personage dit?”
“Wat bedoelt de schrijver hiermee?”
“Hoe zou ik me voelen in deze situatie?”
Het maken van zulke vragen zorgt ervoor dat kinderen de tekst niet passief lezen. Het maakt hen tot actieve denkers.
Waarom dit werkt
Als kinderen merken dat hun vraag nog niet is beantwoord, blijven zij zoeken naar het antwoord. Dat maakt het begrip groter.
Samenvatten betekent dat je kort vertelt waar de tekst over ging. Niet alle details zijn belangrijk. Kinderen leren om alleen de belangrijkste dingen te noemen.
Voorbeeld voor kinderen
Stel, een tekst gaat over een meisje dat een konijn vindt in de tuin, het meeneemt naar huis en samen met haar ouders op zoek gaat naar de eigenaar.
De samenvatting kan dan zijn: “Het meisje vond een konijn en zocht samen met haar ouders de eigenaar.”
Waarom samenvatten kinderen helpt
Samenvatten dwingt kinderen om na te denken over de kern van de tekst. Ze leren onderscheid maken tussen belangrijk en minder belangrijk.
Tip voor in de klas
Laat kinderen eerst per alinea zeggen wat er gebeurt. Daarna laten ze alles weg wat niet belangrijk is. Zo komt vanzelf de kern tevoorschijn.
Afleiden is vaak de moeilijkste strategie. Het betekent dat kinderen iets begrijpen wat de schrijver niet letterlijk zegt. Ze gebruiken aanwijzingen uit de tekst samen met hun eigen kennis.
Voorbeeld voor kinderen
Stel dat er staat: Tom keek naar de donkere lucht en trok snel zijn capuchon op.
Er staat niet dat het gaat regenen, maar kinderen kunnen dat wel afleiden.
Voorbeeld uit de klas
De leerkracht vraagt: “Hoe weet je dat het meisje bang is, ook al staat dat woord nergens in de tekst?”
Kinderen zien dan zinnen zoals: Ze klemde haar knuffel stevig tegen zich aan
Dat helpt hen om zelf tot de conclusie te komen dat zij bang is.
Leesstrategieën geven kinderen houvast. Ze leren dat lezen niet iets is dat je alleen met je ogen doet, maar vooral met je hoofd. De strategieën maken het denken zichtbaar en helpen ook bij het maken van toetsen, zoals Dia, Boom, Leerling in Beeld en IEP begrijpend lezen.
Wanneer kinderen deze denkstappen regelmatig oefenen, wordt het een gewoonte. Ze merken dat moeilijke teksten minder spannend zijn, omdat ze weten wat zij kunnen doen om ze beter te begrijpen.
Leesstrategieën zijn geen trucjes, maar manieren van denken. Kinderen in groep vier kunnen ze heel goed leren wanneer ze eenvoudig en concreet worden uitgelegd. Door te voorspellen, vragen te stellen, samen te vatten en af te leiden, leren kinderen dat zij zelf de sleutel hebben tot het begrijpen van teksten.
Wie deze strategieën beheerst, ontdekt dat lezen niet alleen iets is wat je doet, maar iets waar je over nadenkt. En dat maakt lezen leuker, begrijpelijker en veel krachtiger.