In groep 4 ontdekken kinderen dat lezen niet alleen gaat over woorden herkennen, maar vooral over betekenis maken. Die betekenis ontstaat niet vanzelf. Kinderen gebruiken daarvoor alles wat ze al weten over de wereld. Dat noemen we voorkennis.
Voorkennis is een van de krachtigste hulpmiddelen bij begrijpend lezen. Als je een onderwerp herkent of ergens iets over weet, begrijp je een tekst sneller, maak je gemakkelijker verbanden en raakt je motivatie om verder te lezen groter. Daarom is praten vóór het lezen zo belangrijk. Het zorgt ervoor dat kinderen met een actieve mindset aan de tekst beginnen.
Voorkennis is alle informatie die een kind al in zijn hoofd heeft voordat het begint te lezen. Dat kan gaan over feitjes, ervaringen, woorden of beelden.
Een kind dat zelf een huisdier heeft, begrijpt een tekst over dierenverzorging vaak beter dan een kind dat nog nooit met dieren te maken heeft gehad. Een leerling die op vakantie met een boot heeft gevaren, begrijpt sneller wat er bedoeld wordt met anker, mast of reddingsvest.
Voorkennis werkt als een soort kapstok. Nieuwe informatie blijft gemakkelijker hangen wanneer ze kan worden opgehangen aan iets wat het kind al wist.
Kinderen zijn niet altijd vanzelf actief wanneer ze beginnen te lezen. Als ze geen idee hebben waar een tekst over gaat, lezen ze vaak passief en proberen ze alleen de woorden te ontcijferen. Door vooraf kort te praten over het onderwerp wordt het brein geactiveerd.
Een gesprek zorgt ervoor dat kinderen:
al in de denkmode komen
woorden en begrippen die ze kennen naar boven halen
nieuwsgierig worden naar de tekst
sneller verbanden leggen tijdens het lezen
Een voorbeeld:
Wanneer een tekst gaat over een vulkaan, kun je vooraf vragen:
“Wat weet je al over vulkanen? Heb je ooit een filmpje gezien? Hoe ziet een uitbarsting eruit?”
De tekst wordt daarna veel toegankelijker, omdat kinderen niet meer blanco beginnen.
Wanneer kinderen voorkennis gebruiken, gaan ze de tekst als het ware aanvullen. Ze koppelen nieuwe informatie aan bekende beelden. Dat maakt het begrip dieper en rijker.
Stel dat een tekst zegt:
De boer keek bezorgd naar de donkere wolken boven het land.
Een kind met ervaring met natuur of landbouw zal denken:
“Dat is niet goed voor de oogst. Misschien komt er een storm.”
Een kind zonder deze achtergrond ziet alleen dat er wolken zijn. De betekenis blijft oppervlakkiger.
Door vooraf te praten kun je die kennisverschillen verkleinen. Het gesprek zorgt ervoor dat kinderen die minder ervaring hebben toch een mentale foto kunnen maken van het onderwerp.
Leerkrachten en ouders kunnen op verschillende manieren de voorkennis van kinderen helpen activeren. Enkele eenvoudige maar zeer effectieve aanpakken zijn:
Stel vragen die kinderen uitnodigen om na te denken.
Voorbeelden:
“Wat denk je dat dit onderwerp te maken heeft met jouw leven”
“Wat zou jij doen in deze situatie”
Bij een tekst over het strand kun je een foto laten zien. Dit maakt het onderwerp direct levendig.
Laat kinderen even met een klasgenoot praten over wat ze al weten.
Dit maakt iedereen actief voordat het echte lezen begint.
Schrijf het onderwerp in het midden en laat kinderen woorden noemen die erbij horen.
Zo ontstaat er samen een overzicht van kennis die kan helpen tijdens het lezen.
Een voorbeeld uit de klas
Een groep vier gaat een tekst lezen over een wintersportvakantie. Niet alle kinderen hebben ervaring met sneeuw of skiën. De leerkracht vraagt daarom:
“Wie is er wel eens in de sneeuw geweest”
“Wat heb je toen gezien of gedaan”
“Wat denk je dat je op een berg in de winter tegenkomt”
Tijdens dit gesprek komen woorden naar voren zoals kou, sneeuw, glijden, berg, muts en ski.
Wanneer de kinderen daarna de tekst lezen, herkennen ze veel meer. Zelfs leerlingen die nog nooit op wintersport zijn geweest hebben dankzij het gesprek een duidelijker beeld in hun hoofd.
Voorkennis is de motor van begrijpend lezen. Door vóór het lezen te praten, worden kinderen nieuwsgierig en gaan ze met een actief denkbrein de tekst in. Dit leidt tot dieper begrip, meer betrokkenheid en meer plezier in lezen. Ook zorgt het voor betere prestaties op toetsen, zoals IEP, Dia, Boom en Leerling in Beeld voor begrijpend lezen.
Wie begrijpend lezen serieus neemt, begint dus niet met de tekst, maar met het gesprek ervoor.